De 55ste Pugwash jaarconferentie

Kernwapens en Karaoke: de Pugwash jaarconferentie in Japan

De 55ste Pugwash jaarconferentie was in menig opzicht gedenkwaardig. Zo vond de conferentie, die in het teken stond van zestig jaar na het gebruik van kernwapens, plaats in Hiroshima, Japan. Ook was Sir Joseph Rotblat voor het eerst in het bestaan van de Pugwash conferences niet aanwezig.

Tijdens de conferentie werd een door Rotblat geschreven persoonlijk woord voorgelezen door Jeffrey Boutwell. Hierin riep Rotblat op tot het zoeken naar manieren om oorlog uit te bannen; niet zoals het pacifisme predikt maar met de bedoeling het leven op deze wereld met moraliteit, recht en wederzijds respect voort te zetten. Geen staat mag daarbij, aldus Rotblat, zijn militaire macht enkel aanwenden om anderen zijn wil op te leggen. Verder was zijn toon nogal somber, ondermeer door de mislukte herzieningsconferentie (2005) van het NPV. Het gevaar bestaat dat elke staat nu zijn kernwapen wil. Dat zou tot een wereld lijden waarin de angst regeert; een gevaar waar al in het Einstein-Russell manifest aan wordt gerefereerd. Met het overlijden van Joe Rotblat staat helaas vast dat ook op de komende jaarlijkse conferenties zijn bevlogenheid, inspiratie en gezag gemist zal worden.

Hoezeer de koers van Pugwash de afgelopen jaren onderwerp van debat is geweest, op de jaarconferentie ‘60 Jaar na Hiroshima en Nagasaki’ stonden de klassieke Pugwash onderwerpen centraal. Dit bleek ook uit de Verklaring van de Pugwash Council aan het slot van de conferentie.

De boodschap daarvan is bepaald niet optimistisch: de Council constateert dat sinds de vorige bijeenkomst van Pugwash in Hiroshima, in 1995, weinig vooruitgang is geboekt. De Council roept op tot het versterken en naleven van het NPV, het ratificeren van het CTBT (algeheel kernstopverdrag), het sluiten van een Fissile Material Cut Off Treaty, en het tot stand brengen van een verdrag dat kernwapens uitbant. Ook moeten kernwapens “illegaal en immoreel” worden verklaard.

Deze – vaak herhaalde – woorden gingen voor mij weer (of misschien pas echt) leven na een bezoek aan het museum van Hiroshima. De daar opgetekende persoonlijke verhalen en uitgestalde voorwerpen van de slachtoffers, onder wie veel kinderen, waren erg aangrijpend en indrukwekkend. Hetzelfde geldt voor de beelden van de jarenlange strijd van de bevolking tegen kanker en andere stralingsgerelateerde ziekten. Het vormde een groot contrast met de zakelijke toon van de planning van de atoomaanval die spreekt uit de Amerikaanse stafberichten, die eveneens tentoongesteld waren. Een maquette van Hiroshima na de bom, en een model op ware grootte van de atoombom die Hiroshima trof maakten de gevolgen van de inzet van kernwapens, ook zestig jaar na dato, zeer tastbaar.

Ik nam deel aan werkgroep 2, over ‘non-proliferation, arms control and disarmament: multilateral intitiatives’. Met een zeer diverse groep van 33 deelnemers met verschillende achtergronden uit 19 verschillende landen lukte het toch een groot aantal onderwerpen aan bod te laten komen, zij het niet altijd even diepgaand. De werkgroep sprak algemeen zijn teleurstelling uit over het mislukken van de herzieningsconferentie van het NPV uit 2005. Velen wezen op de verschillende concrete stappen (de ‘dertien punten’) uit het Final Document van de NPV herzieningsconferentie uit 2000 die een zekere verwachting voor de toekomst hadden gegeven, maar waar niet veel van terecht was gekomen. De discussie richtte zich sterk op de versterking van het verificatiemechanisme van het NPV en de positie van Iran onder het NPV, terwijl ook de positie van Noord-Korea werd besproken.

Aandacht was er ook voor artikel VI van het NPV (de onderhandelingsverplichting in verband met nucleaire ontwapening), de situatie tussen India en Pakistan, nucleair terrorisme, veiligheid in de kosmische ruimte en – heel kort – de chemische en biologische wapenconventies. Opvallend vond ik de houding van enkele deelnemers, die zich meer als vertegenwoordiger van hun land van herkomst profileerden dan als Pugwashite die op persoonlijke titel aan de conferentie deelneemt. Daar kwam bij dat een enkeling meende de rapporteur een letterlijke tekst te moeten dicteren ten behoeve van het rapport van de werkgroep (niet bepaald in de geest van de Pugwash traditie).

De plenaire bijeenkomsten waren naar mijn mening functioneel en interessant. De bijeenkomst over ‘Security and Disarmament in the Middle East’ is mij het meest bijgebleven. De verschillende perspectieven van de sprekers uit Iran, Irak, Israël en Egypte gaven een goed overzicht van de problematiek in deze regio.

Ook is het verhaal van een Japanse overlevende van de atoombom mij bijgebleven. Hij opende zijn toespraak – tot mijn verrassing – met een schuldbewuste opmerking over de misdragingen van Japan in China en Korea in de jaren dertig van de vorige eeuw.

De verzorging door de Japanse Pugwashgroep was uitstekend. De International Conference Hall in het Peace Memorial Park van Hiroshima vormde het decor van de conferentie.

Gelegen rond “ground zero” (aan de overkant van de rivier lag prominent de Peace Dome, oorspronkelijk het Japanse centrum voor industriële vooruitgang, dat het symbool werd van de verwoesting van Hiroshima) was het een ruim en professioneel onderkomen. Geslaagd was ook de boottocht richting het eilandje Miyajima. Het bood een goede gelegenheid om ook de deelnemers uit de andere werkgroepen te spreken. Met de S/Y Pugwashites was het ‘s avonds erg gezellig; wij waagden ons zelfs aan de Japanse volkssport nummer 1: karaoke! Na afloop van de conferentie bezocht ik, net als vele andere deelnemers, nog de steden Kyoto en Tokyo om daarna terug te keren naar Nederland, een indrukwekkende ervaring rijker.

door Guido den Dekker

Laat een bericht achter