International Student / Young Pugwash (ISYP)

Een dertigtal jongeren en studenten uit zeventien landen hielden een ISYP bijeenkomst voorafgaand aan de 53ste Pugwash conferentie over Human Security; menselijke veiligheid in brede zin zowel op staats­niveau als op persoonlijk niveau en ook refererend aan voedselzekerheid, inkomenszekerheid en sociale zekerheid.

De discussie werd gevoerd in

een werkgroep A met sub-groepen voor
i) nucleaire bewapening;
ii) ruimte­bewapening en raket afweer en
iii) terrorisme

en een werkgroep B met sub-groepen
iv) integratie van lokale kennis en lokale perspectieven op human security;
v) internationale samenwerking en human security en
vi) milieu en ontwikkeling.

Werkgroep A

Deze groep behandelde drie thema’s: het Non-Proliferatie Verdrag (NPT); regionale probleem­gebieden in Zuid-Azië en nucleaire bewust­wording. De huidige crisis in non-proliferatie hangt samen met een aantal NPT tekortkomingen, zoals:

  • Kernwapenstaten beleerden de landen zonder die wapens, maar hielden zich niet aan hun toezegging dat ook zij uiteindelijk van kernwapens zouden afzien. Vanwege dit onrecht kunnen zich bedreigd voelende niet-nucleaire landen (Noord Korea) besluiten om zich uit de NPT terug te trekken.
  • Onsamenhangende en onvoldoende response in het geval van Noord Korea en in geval van Israel, India, Pakistan, die de NPT nooit ratificeerden. Dat India en Pakistan in plaats van sancties militaire hulp ontvingen kan worden geïnterpreteerd als een signaal dat het maken van kernwapens weinig diplomatieke afstraffing met zich meebrengt.
  • Kernmateriaal kon door niet-nucleaire staten worden verkregen als kern-brandstof voor vreed­zame energie onder NPT, waarop die landen zich dan uit de NPT konden terugtrekken om vervolgens de materialen te gebruiken voor een kernwapen­programma.

Voor wat betreft regionale conflicten in Zuid-Azië laten zich in de opvattingen van India en Pakistan omtrent kernbewapening drie stromingen onder­scheiden:

  • Nucleair optimisme met haviken in huidige militaire en gouvernementele ‘denktanks’ die de ontwikkeling van kernwapens actief onder­steunen.
  •  Nucleair pessimisme met duiven en voor­standers van afschaffing die zich keren tegen kernbewape­ning en die vooral te vinden zijn aan universiteiten en binnen sommige NGO’s.
  • Nucleair pragmatisme met hen die realistisch stellen dat de ‘nucleaire geest uit de fles is’. Zij achten het de beste koers te streven naar robuuste systemen voor controle en bevelvoering om daar­mee over en weer meer vertrouwen te kweken tussen de buurlanden India en Pakistan.

Nucleaire Bewustwording

Na het eind van de Koude Oorlog was er in de UK een duidelijke afname van het aantal mensen dat kernbewapening als een belangrijk onderwerp beschouwt. Waar­schijnlijk is er in andere landen eenzelfde trend. Een tekort aan alertheid omvat onder meer: de niet te bevatten destructie bij inzet van kernwapens; de financiële kosten; de inzichten dat kernbewapening in werkelijkheid de veiligheid van de desbetreffen­de landen niet verhoogd; en tenslotte de wettelijk aangegane verplichting van kernwapen landen om de-nucleariseren.

De werkgroep formuleerde als aanbevelingen:

  • verken nieuwe NPT strategieën of overweeg nieuwe verdragen.
  • beklemtoon het belang van meer bewustwording van implicaties van militaire opvattingen.
  • benut conferenties over ontwapening om nieuwe ideeën onder breed publiek te brengen.
  • werk samen met andere NGOs, zoals INES (International Network of Engineers and Scientists for Human responsibility).
  • organiseer symposia met conflict-simulaties om te zoeken naar vreedzame oplossingen.
  • maak het tot een prioriteit dat ISYP een met de VN verbonden status krijgt.
  • doordring wetenschappelijke, maatschappelijke en politieke instanties van de gevaren van ruimte ‘weaponization’.
  • propageer verdere ratificatie van de ‘Outer Space Treaty’ ter vrijwaring van de ruimte.
  • propageer een ‘No First Use’/moratorium belofte met betrekking tot ruimtewapens.
  • creëer een quiz voor de media over ruimte­wapens.

Werkgroep B

De eerste sub-groep (integratie van lokale kennis en lokale perspectieven op human security) begon met de vraag hoe veiligheid en technologie samenhangen met maatschappelijke acceptatie. In het Engels spreekt men van een ‘grassroots’ benadering, hetgeen refereert aan inheemse kennis die onder het volk leeft en waarvan het gebruik maatschappelijke relevan­tie heeft of een toegevoegde waarde heeft. Grassroots onderzoek is inter-discipli­nair en vereist een nieuwe manier van denken met een sterk sociale benadering, waarbij perspectie­ven van lokale actoren meer aandacht krijgen.

Verder is in deze groep nage­dacht over ‘post-conflict’ situaties met dikwijls een overvloed aan kleinere wapens onder de bevolking. Deze wapens vormen een wezenlijk beletsel voor post-conflict herstel en ontwikkeling. Ze vormen een cyclus van onveiligheid, geweld en armoede. De aanpak daarvan vereist actieve vredeseducatie en gemeen­schapsopbouw binnen een kader van civiel -militaire samenwerking.

Met betrekking tot internationale samenwerking en veiligheid benadrukte de tweede sub-groep (inter­nationale samenwerking en human security) dat staatsveiligheid en persoonlijke veiligheid niet los van elkaar staan. Niet alle staten beschouwen persoonlijke veiligheid met hoge prioriteit. Sommigen hebben politieke en economische agenda’s die de facto counter-productief zijn voor individuele veiligheid. In zulke gevallen moet men zoeken naar comple­mentaire strategieën die zijn toegesneden op locale condities en die inspelen op samen­werking met de maatschappij. Internationaal genomen besluiten kunnen negatief uitwerken voor menselijke veiligheid, met name in ontwikkelings­landen.

De derde sub-groep (milieu en ontwikkeling) uitte bezorgdheid over politieke gedragslijnen die sterk bepaald worden door neo-klassieke economie met marginalisering van zwakkere actoren als vrouwen, etnische minderheden, inheemse groepen en andere kwetsbare groepen. Deze groep kwam tot de volgende aanbevelingen:

  • Incorporeer de perspectieven van gemarginaliseerde groepen bij het formuleren van de probleemstellingen in het wetenschappelijk onderzoek en in de actuele implementatie.
  • Exploreer mogelijkheden om de complexe sociale and natuurlijke systemen onder te brengen in een institutioneel kader.
  • Onderzoek hoe economische machten de agenda van wetenschapsbeoefening beïnvloeden.

door Irna van der Molen en Joelien Pretorius

Voor het volledige rapport, zie: www.student-pugwash.org/halifax2003/halifaxreport.pdf

Laat een bericht achter