Van Grenzen Weten

Impressie, door Antoinette Hildering

Grenzen zijn er om te worden verlegd. Dit lijkt de huidige overheersende visie. In het boek Van grenzen weten wordt eerder ingegaan op het aftasten, manieren van overschrijden en het juist respecteren van grenzen. Het boek is afgelopen 9 mei gepresenteerd op de Oikos-Pugwash conferentie over een nieuw denken over duurzaamheid in Driebergen. Eén van de deelnemers deed een beroep op ons besef dat het juist van weinig is waarvan je kunt genieten. Deze en andere positieve manieren om over te brengen dat we een duurzame weg kunnen kiezen blijken hard nodig. Want – zoals de dagvoorzitter Sylvia Borren, directeur Oxfam Novib, terecht onderstreepte – we weten het probleem, we weten wat ons te doen staat, maar waarom doen we het dan niet?

Verandering

De eerste spreker was Arjo Klamer, hoogleraar culturele economie aan de Erasmus Universiteit. Zijn presentatie over verandering en ook het debat erna gingen vaak in op verandering in de ‘Oikos’ – dat waar wij ons thuis voelen. Klamer benadrukte het belang van verandering binnen de sfeer van de ‘civil society’. De term ‘integratieve macht’ uit het boek dook ook regelmatig op, zie het volgende citaat uit de ‘Uitleiding’:

Maar het noemen van mogelijkheden en het wijzen op de noodzaak dat mensen in instituties nieuwe rollen aanvaarden, krijgt pas metterdaad effect wanneer de bereidheid bestaat elkaar daarop aan te spreken en elkaar ook vervolgens daaraan te houden. Daarom convergeert het geheel van de bijdragen in deze bundel ook in een reeks van gemeenschappelijk gedragen voorstellen die gebaseerd zijn op het opwekken en gebruikmaken van integratieve macht, met als primaire focus dat het behoud van leven en welzijn boven een verdere groei van de materiële welvaart dient te gaan. (pp. 227-228)

Na de presentatie kregen allereerst de auteurs de kans om te reageren. Koo van der Wal plaatste het probleem onder andere in de structuur en in de dominantie van de moderniteit. De onderstreping door Bob Goudzwaard dat we de macht der illusie niet moeten onderschatten is mij eveneens bijgebleven. Als oorzaak voor het niet-handelen suggereerde ikzelf het als realiteit ervaren van (wetenschappelijke of andere) modellen die beperkte ruimte laten voor het erkennen van ‘fouten’ en daarom zelfreflectie ontmoedigen. Een filosoof in de zaal benadrukte dat binnen het instrumentele denken het niet-waarneembare (normen en waarden) het vaak aflegt tegen waarneembare (materiële) zaken. Door een bioloog werden nog vraagtekens gezet bij de werkelijke invloed op verandering van het biologische wezen mens.

Meerdere deelnemers aan het debat gaven aan dat inspelen op het schuldgevoel geen structurele weg is; we hebben een positieve ingang nodig bij mensen. Het grootste deel kon zich vinden in de eindigheid van menselijke toegang tot hulpbronnen als olie en in de limieten aan technische oplossingen, terwijl enige afwijkende meningen hierover extra kleur aan de discussie gaven. Een duidelijke tweedeling leek te kunnen worden gemaakt tussen optimisten en pessimisten, maar ook hier bleek het gevaar van projectie en wilden deelnemers liever de mogelijkheid van hun realiteit erkend zien dan gelabeld worden. Opvallend gedurende het debat vond ik de benoeming van psychische, filosofische en spirituele elementen; het getoonde besef van onderscheid tussen beantwoording van het ‘hoe’ en het ‘waarom’ was een aangename verrassing.

De stand van zaken

Na de lunch werd het debat voortgezet door Hans Opschoor, hoogleraar ontwikkelingsstudies aan het ISS en milieu-economie aan de VU. Bij het delen van de eindige milieugebruiksruimte met andere soorten stelde hij dat er niet altijd een win-win situatie is. Opschoor onderstreepte de noodzaak van tegenwicht in de huidige ontwikkeling, de behoefte aan een “countervailing power”.

In de discussie werd benadrukt dat niet enkel individuen maar ook structuren verantwoordelijkheid dragen. Regelgeving is waarschijnlijk nodig om een duurzame leefstijl zoals door consuminderen te bewerkstelligen. Enkel vrijblijvende Codes zal het ‘m niet doen. De manier waarop het neoliberalisme wordt gehanteerd heeft meer weg van een vorm van religie waarbij enkel het licht wordt gezien en andere zaken worden verduisterd.

Het boek

De redacteuren – Bob Goudzwaard en Koo van der Wal – van het boek Van grenzen weten: Aanzetten tot een nieuw denken over duurzaamheid (2006, Damon: Budel) hadden vervolgens een vraaggesprek met Ad van den Biggelaar, oud-directeur Natuur en Milieu. Hierin vroegen zij expliciet naar kritiek, maar net als gedurende de rest van de dag werd het boek vooral gecomplimenteerd door de toch kritische sprekers. Een leuke vaststelling was dat het boek blijk geeft van communicatie en afstemming tussen de auteurs.

Hier noem ik de hoofdstukken en de auteurs: “Inleiding”, Koo van der Wal en Bob Goudzwaard; “Energie en grensoverschrijding”, Johan van Klinken; “Ruimte voor leven”, Jan van Hooff en Johan van Klinken; “De risico’s van klimaatverandering”, Arthur Petersen; “Grenzen en paradoxen”, Bob Goudzwaard; “Groei als obsessie”, Ton Lemaire; “Duurzamer consumeren”, Charles Vlek, Lucia Reisch en Gerhard Scherhorn; “‘Hebben’ en ‘zijn’”, Koo van der Wal; “Kunnen wij de aarde beheren?”, Piet Terhal; “Onduurzame kinderjaren”, Shanti George; “Uitleiding”, Bob Goudzwaard en Koo van der Wal.

Communicatie

Het omzetten van de conclusies naar actie was het laatste onderwerp van discussie. Dat toepassing van grenzen in het eigen leven nog niet eenvoudig is, werd bevestigd door meerdere aanwezigen die zich herkenden in het hoofdstuk van Shanti: hoe overtuig je je tienerdochter van het belang van duurzaamheid? De vele reacties die deze herkenbaarheid opriep, bevestigden voor mij tevens dat het zinnig is in je communicatie aan te sluiten bij het dagelijkse leven van je doelgroep. Heldere communicatie vanuit de wetenschap is ook belangrijk om de boodschap over te brengen naar bijvoorbeeld beleidsmakers.

Ook een positievere formulering is nodig om bij een groter publiek toegang te vinden, inclusief het bieden van alternatieven en het benoemen van voordelen. De eigen houding naar je publiek maakt eveneens veel uit. Hielke Wolters, directeur van Oikos, gaf vast het goede voorbeeld: na ons welkom te hebben geheten ging hij rond met de microfoon en stond letterlijk en figuurlijk dicht bij de deelnemers. Ook Pugwash en haar inzet voor duurzaamheid kwamen dichterbij door de afsluitende woorden van onze secretaris Eric Ferguson.

Samengevat

We willen naar een duurzame toekomst, iets dat het huidige vooruitgangsmodel niet lijkt te bieden. Om de koersverandering die daarvoor nodig is te stimuleren moeten we zowel naar de innerlijke processen kijken als naar de rol van maatschappelijke bewegingen en beleidsmakers en concrete eisen stellen aan politieke partijen en leiders. Hierbij is een positieve houding nodig die mensen en structuren stimuleert open te staan voor veranderingen, zonder zich meteen veroordeeld of depressief te voelen. Een tegenmacht en tegencultuur zijn hard nodig om de ommezwaai te bewerkstelligen en elkaar te wijzen op de koers die we varen.

Opvolging

Oikos zet een en ander voort in het driejarige project ‘Duurzaamheid en gerechtigheid’. Studenten in de laatste fase van hun studie die een stage of afstudeeronderzoek willen doen kunnen zich opgeven voor een onderzoeksstage bij Oikos gedurende de periode 2006-2008. Tijdens de stages worden vanuit verscheidene disciplines deelvragen beantwoord van de onderzoeksvraag: hoe kan een werkbare strategie eruit zien voor een gewenste omslag in denken en handelen ten behoeve van duurzaam welzijn? Ook zoekt Oikos nog scholieren en studenten voor deelname aan een essaywedstrijd. Zie voor meer informatie over Oikos en dit project:
www.stichtingoikos.nl

Pugwash Nederland heeft het boek Van grenzen weten (zie p.16 voor bestelinformatie) naar haar leden opgestuurd. In juni vonden zowel een Senior als Young workshop plaats over de rol van Pugwash in reactie op nieuwe uitdagingen waarvoor ook duurzaamheid ons stelt.

Laat een bericht achter