Groningen Manifesto

1. Duurzaamheid is een essentiële voorwaarde voor iedere ontwikkeling in een veilige en vreedzame wereld waarin mensenrechten geheel gerealiseerd worden. Daartoe zijn nieuwe structuren nodig waarin economie, ecologie, sociale rechtvaardig­heid en goed bestuur met elkaar zijn verbonden en waarin de verantwoorde­lijkheden om duurzaamheid te realiseren duidelijk zijn vastgesteld. Dit impliceert het vinden van oplossingen om de aansprakelijkheid te verzekeren van staten, corporaties en individuen om op alle niveaus economisch en politiek gezag uit te oefenen en cultureel actief te zijn.
 
2. Er is onder de bevolking een algemeen tekort aan bewustzijn dat ons gebruik van land, water en energie aan onontkoombare begrenzingen gebonden zijn. Ook op wereldschaal is de opname capaciteit van atmosfeer en oceanen eindig. Laat het een ieder duidelijk worden dat een alsmaar doorgaande toename van consumptie hevig conflicteert met een duurzame toekomst. Daarom is het noodzakelijk om te komen tot een heromschrijving van welzijn in een kader van meer gelijk getrokken verdeling van het gebruik en zoveel mogelijk hergebruik van grondstoffen. 
 
3. Voor een groot deel van de wereldbevolking, in het bijzonder voor hen die het slachtoffer zijn van ongelijkheid en die dagelijks te kampen hebben met overleving, vormt de natuurlijke rijkdom in hun directe omgeving het meest wezenlijke deel van hun welzijn. Deze mensen moeten zeggenschap krijgen en moeten in staat gesteld worden om deze  natuurlijk bestaansbronnen te beheren voor hun eigen welzijn en die van komende generaties. Bijzondere aandacht verdienen de zeer kwetsbare ontheemde bevolkingsgroepen. 
 
4. Biodiversiteit heeft haar eigen intrinsieke waarde. Bovendien is die biodiversiteit wezenlijk voor de mens als basis voor voedsel, welvaart, gezondheid en voor een aanvaardbare levensstandaard. Internationale verplichtingen voor afzonderlijke staten en niet-staatsgebonden corporaties zijn vastgelegd in de conventie voor Biologische Diversiteit. Het is urgent dat daaraan gekoppeld het Bio-Veiligheids Protocol wordt geïmplementeerd op alle niveaus. Daartoe is het essentieel dat alle betrokken bij de Wereld Handel deze Conventie en dit Protocol niet alleen in hun overeenkomsten opnemen, maar teven een sturende werking naar behoud van biodiversiteit ontwikkelen. Het vormen van gezaghebbende en rechtsprekende geschillen commissies is essentieel om de doelstellingen van de Conventie te realiseren.

5. De werkelijke hoeders van ‘s werelds agro-biodiversiteit zijn die mensen die daar met hun leven en hun cultuur direct van afhankelijk zijn. Programma’s met regelgeving voor het behoud van agro-biodiversiteit moeten directe instrumenten worden om het voortbestaan van cultuur en welzijn van betreffende bevolkingsgroepen te verzekeren.

 
6. De acute dreiging dat alle vier soorten in het wild levende Mensapen op korte termijn uitsterven vereist urgente aandacht als deel van het Wereld-Erfgoed van de mensheid.
 
7. De wereld ondergaat ingrijpende veranderingen vanwege een demografische overgang. De  beste vorm van bevolkingbeperking is vrije verantwoor­delijkheid van vrouwen en mannen om hun kindertal te kiezen. Het belangrijkste is de beschikbaarheid van betrouwbare en veilige voorbehoedmiddelen en de toegang van vrouwen tot kennis, beschikbare middelen en besluit­vorming. Opvoeding en opleiding vormen eerste vereisten. 
 
8. Voor het politieke, economische en financiële Wereldverkeer zijn niet de claims van de internationale handel het belangrijkste, maar veelmeer de noodzaak voor goed beheer en eerlijke verdeling van mondiaal bezit met inachtneming voor de door de natuur opgelegde begrenzingen. 
 
9. Een van de grootste uitdagingen voor duurzame ontwikkeling is gelegen in kritisch denken met wederzijds respect voor inheemse kennis en religies zowel als universele waarden. Formele opleiding en informele opvoeding zijn uiterst belangrijk. 
 
 
Financiering van de Workshop
In de vorige Nieuwsbrief No.25 meldden we reeds dat de ‘Vrienden van Pugwash’ zich een bijzonder goede achterban hebben getoond. Alleen met hun hulp konden we deze workshop realiseren en de uitstraling daarvan achteraf in Johannesburg en La Jolla waarover in deze Nieuwsbrief geschreven wordt. Het financiële draagvlak kwam inderdaad vanwege de ‘Vrienden van Pugwash’ plus donaties van de Stichting Rotterdam en van de NAM. Vele aanschrijvingen aan het bedrijfsleven liepen echter op niets uit.
Met Ministeries en Europese Commissie zijn we op dit moment nog in gesprek, zodat een eindoverzicht nog niet gegeven kan worden. Doordat de workshop in eigen beheer werd gerealiseerd en doordat we van RU-Groningen faciliteiten gebruik konden maken, bleven de kosten naar schatting op dit moment beperkt tot Eu 33.000. Het bleek dus erg belangrijk dat we als Pugwash Nederland enige reserve hadden voor risico’s meebrengende workshop.

Laat een bericht achter